Het gemiddeld IQ van de mens daalt – van AI stijgt

Overview-IQ-LLM

    Het negatieve Flynn-effect

    Het negatieve Flynn-effect, of anti-Flynn-effect, verwijst naar een daling van IQ-scores na decennia van stijging. Dit fenomeen werd voor het eerst rond 1995 opgemerkt in Noord-Europese landen zoals Noorwegen, Denemarken en Zweden, waar een afname van ongeveer 2,5 IQ-punten per tien jaar werd vastgesteld.

    Historisch gezien zagen we gedurende de 20e eeuw een constante stijging in IQ-scores, een trend die bekendstaat als het Flynn-effect. Dit werd toegeschreven aan factoren zoals betere voeding, verbeterde gezondheidszorg, toegang tot onderwijs en cognitieve stimulatie door technologische vooruitgang. Maar in de afgelopen decennia lijken deze scores in sommige landen te stagneren of zelfs te dalen.


    De daling van het menselijk IQ

    Uit onderzoek blijkt dat verschillende factoren hieraan kunnen bijdragen:

    1. Digitale media: Paradoxaal genoeg kan technologie, hoewel nuttig, leiden tot cognitieve luiheid. Jongeren spenderen gemiddeld 4,5 uur per dag aan digitale media (socials), wat kan leiden tot minder ontwikkeling van lees-, schrijf- en rekenvaardigheden.
    2. Veranderingen in onderwijs en opvoeding: Het onderwijs is steeds meer gericht op het aanleren van specifieke vaardigheden en minder op brede cognitieve ontwikkeling. Daarnaast kan de toename van schermtijd en afname van traditioneel spel bijdragen aan een minder actieve mentale ontwikkeling bij kinderen.
    3. Omgevingsfactoren: Verstedelijking, vervuiling en minder fysieke activiteit kunnen negatieve gevolgen hebben voor de cognitieve ontwikkeling.
    4. Genetische factoren: Hoewel genetica een rol speelt in IQ, suggereert onderzoek dat omgevingsfactoren een grotere impact hebben op de waargenomen daling.

    De opkomst van superintelligente AI

    Terwijl het menselijk IQ stagneert of daalt, maakt AI enorme sprongen. Systemen zoals ChatGPT en DALL-E kunnen complexe taken uitvoeren, van tekstgeneratie tot beeldcreatie, die voorheen onmogelijk leken. Dit roept de vraag op: hoe kan AI “slimmer” worden terwijl het menselijk brein lijkt achter te blijven?

    1. Exponentiële technologische vooruitgang: AI profiteert van de Wet van Moore en andere technologische innovaties die de rekenkracht en het datavolume drastisch verhogen.
    2. Zelflerende algoritmen: AI kan zichzelf verbeteren door middel van machine learning. Het leert van data en kan in korte tijd enorme hoeveelheden kennis absorberen en toepassen.
    3. Samenwerking tussen mens en machine: Onderzoekers en ingenieurs blijven AI verbeteren door het te trainen met menselijke input, wat leidt tot steeds betere prestaties.

    Menselijk IQ versus AI-intelligentie

    Een blik op de ontwikkeling van menselijk IQ en AI-intelligentie:

    IQ-overview-human-and-AI

    JaarGemiddeld Menselijk IQ (EU)IQ van AI (bijvoorbeeld GPT-modellen)
    201410280-90 (ChatGPT)
    201510280-90 (ChatGPT)
    201610280-90 (ChatGPT)
    201710280-90 (ChatGPT)
    2018101100 (GPT-2)
    2019101100 (GPT-2)
    2020101110 (GPT-3)
    2021101115 (GPT-3.5)
    2022101120 (GPT-4)
    2023100140 (GPT-4)
    2024100150 (GPT-4o)
    2025100Verwacht: ~157 (GPT-4O3, schattingen)

    De gevolgen van deze tegengestelde trends

    De technologische vooruitgang in kunstmatige intelligentie (AI) heeft de afgelopen decennia indrukwekkende sprongen gemaakt. Tegelijkertijd zijn er signalen dat het gemiddelde menselijk IQ wereldwijd aan het dalen is. Hoewel deze ontwikkelingen op het eerste gezicht niet direct gerelateerd lijken, hebben ze samen ingrijpende gevolgen voor de maatschappij. In deze blog duiken we dieper in vier belangrijke aspecten: werkgelegenheid, sociale ongelijkheid, besluitvorming en ethische vraagstukken.

    Werkgelegenheid en vaardigheden: een veranderend landschap

    Traditioneel hebben veel beroepen een bepaalde mate van cognitieve vaardigheden vereist, zoals probleemoplossend vermogen, analytisch denken en het nemen van beslissingen. Een daling van het gemiddelde IQ kan betekenen dat minder mensen de vaardigheden hebben die nodig zijn voor complexe taken. Tegelijkertijd worden deze taken steeds vaker overgenomen door AI-systemen, die sneller en efficiënter werken dan mensen.

    Dit roept vragen op over de toekomst van werkgelegenheid. Welke rollen blijven er over voor de mens? Er ontstaat een groeiende behoefte aan mensen die AI-systemen kunnen ontwerpen, beheren en controleren, maar ironisch genoeg vraagt dat juist om een hoger niveau van technische en cognitieve bekwaamheid. Voor mensen die moeite hebben om mee te komen in deze technologische revolutie, kan dit leiden tot toenemende werkloosheid en economische onzekerheid.

    Sociale ongelijkheid: een groeiende kloof

    AI biedt ongekende mogelijkheden, van efficiëntere productieprocessen tot geavanceerde medische technologieën. Echter, de toegang tot deze voordelen is niet gelijk verdeeld. Bedrijven en individuen die toegang hebben tot AI-technologie kunnen profiteren van verhoogde productiviteit en winst, terwijl anderen het risico lopen achter te blijven.

    Een dalend gemiddeld IQ kan deze ongelijkheid verder versterken. Mensen met lagere cognitieve vaardigheden kunnen moeilijker profiteren van de voordelen die AI biedt, wat leidt tot een grotere kloof tussen technologisch geavanceerde samenlevingen en gemeenschappen die worstelen om bij te blijven. Dit is niet alleen een economisch probleem, maar kan ook leiden tot sociale spanningen en politieke instabiliteit.

    Besluitvorming: een toenemende afhankelijkheid van AI

    AI wordt al ingezet om cruciale beslissingen te nemen in uiteenlopende domeinen, zoals gezondheidszorg, rechtspraak en financieel beheer. Deze systemen analyseren enorme hoeveelheden data en bieden objectieve inzichten, wat de kwaliteit van besluitvorming aanzienlijk kan verbeteren.

    Maar wat gebeurt er als de gemiddelde mens minder goed in staat is om deze geavanceerde systemen te begrijpen of kritisch te beoordelen? De afhankelijkheid van AI zou kunnen betekenen dat we minder geneigd zijn om beslissingen te betwisten, zelfs wanneer ze niet in ons voordeel werken. Dit roept fundamentele vragen op over controle en transparantie. Hoe zorgen we ervoor dat AI beslissingen blijft nemen die aansluiten bij menselijke waarden en belangen?

    Ethische overwegingen: wie heeft de controle?

    De snelle vooruitgang van AI-intelligentie brengt ook ethische dilemma’s met zich mee. Terwijl de technologie steeds geavanceerder wordt, moeten we ervoor zorgen dat AI in dienst blijft van de mensheid en geen bedreiging vormt. Maar wie bepaalt de grenzen van wat AI wel en niet mag doen? En hoe voorkomen we dat deze systemen worden misbruikt door kwaadwillenden?

    Een ander belangrijk punt is hoe we omgaan met de groeiende afhankelijkheid van technologie. Als mensen minder goed worden in kritische en onafhankelijke besluitvorming, kunnen we onbewust meer macht geven aan AI. Het is daarom essentieel dat we blijven investeren in educatie en bewustwording, zodat mensen begrijpen hoe AI werkt en welke ethische vragen daarbij horen.

    Hoewel deze trends zorgwekkend lijken, zijn er manieren om de cognitieve vaardigheden van mensen te verbeteren en tegelijkertijd de voordelen van AI te benutten:

    1. Investeren in onderwijs: Onderwijs moet zich richten op het ontwikkelen van kritisch denken, creativiteit en probleemoplossend vermogen. Dit helpt mensen om beter samen te werken met AI en technologische ontwikkelingen te begrijpen.
    2. Bevorderen van een gezonde levensstijl: Goede voeding, beweging en mentale stimulatie zijn essentieel voor de cognitieve ontwikkeling. Ouders, scholen en beleidsmakers spelen hierin een cruciale rol.
    3. Bewust gebruik van technologie: Technologie moet worden gebruikt als hulpmiddel, niet als vervanging voor cognitieve inspanning. Dit kan betekenen dat we bewuster omgaan met schermtijd en AI-tools.
    4. Samenwerking tussen mens en AI: In plaats van AI te zien als een bedreiging, kunnen we het benutten om menselijke intelligentie aan te vullen. Dit vraagt om goede regulering en ethische kaders.

    Conclusie

    De daling van het gemiddeld menselijk IQ en de stijging van AI-intelligentie zijn complexe en tegelijkertijd fascinerende trends. Ze benadrukken het belang van het koesteren van menselijke capaciteiten, zelfs in een wereld die steeds meer door technologie wordt gedomineerd. Door strategisch te investeren in onderwijs, technologie en ethiek, kunnen we een balans vinden waarin zowel mensen als AI bloeien. Het is een uitdaging, maar ook een kans om de kracht van beide te benutten voor een betere toekomst.

    Share This Post:

    Leave a Reply

    Your email address will not be published. Required fields are marked *